Lichtpuntjes
Op maandag, met het weekend nog fris in het geheugen, sta ik 's ochtends bij het hek. Suus heeft een lampje aan haar halsband. De leerlingen zien Suus al van ver zitten door de verlichte halsband, een lichtpuntje in de ochtendschemering.
De leerlingen druppelen één voor één het plein op. Leerlingen komen lopend, fietsend, met de auto of met het busje naar school.
Leerlingen die alleen komen, of samen en van hun ouder nog een knuffel krijgen bij het hek en leerlingen die samen met een ouder nog even tot de deur lopen.
Leerlingen met warme jassen, sjaals en handschoenen maar ook leerlingen met oude versleten jassen en warrig haar. Leerlingen met een wakkere en vrolijke blik die ogenschijnlijk zorgeloos het schoolplein op huppelen en leerlingen die met hun rugzak en een gebogen rug het plein op slenteren.
Suus zit ondertussen op een verhoging en begroet ieder kind met een vrolijk kwispelend staartje en een liefdevolle blik. Voor Suus is iedereen gelijk, voor Suus is er geen verschil tussen het kind dat vrolijk het plein op loopt of het kind dat met een hoofd vol zorgen langs haar loopt. Voor iedereen heeft Suus dezelfde aandacht wanneer ze geaaid wordt, wanneer ze een pootje geeft of tegen een leerling aan gaat zitten.
'Juf, Suus is echt mijn vriend want ze vindt mij heel lief.'
En zo heeft iedere leerling een lichtpuntje om naar uit te kijken. Vooral op een mistige, donkere maandagochtend.